Bordje ophangen is geen oplossing tegen discriminatie

Tijdens de raadsvergadering van 23 maart jongstleden kwamen enkele partijen met het voorstel om artikel 1 van de Grondwet een prominente plek in of nabij het stadshuis te geven. In artikel 1 van de grondwetsartikel wordt discriminatie verboden. Letterlijk gaat de wetstekst als volgt: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Volgens de indieners leidt het verharde klimaat in de samenleving er steeds vaker toe dat mensen zich onprettig en soms zelfs gediscrimineerd voelen. Om die reden wilden zijn het grondwetsartikel meer onder de aandacht te brengen. De VVD ziet het ophangen van een bordje niet als de oplossing om discriminatie tegen te gaan. “Hiervoor moeten we dieper graven en echt een goede discussie voeren”, aldus Marco Diekstra “

De indieners van D66, CDA, GroenLinks en PvdA gaven ook aan dat 'discriminatie' de oorzaak van maatschappelijke onrust. Is het echt zo dat discriminatie daarvan alleen de oorzaak is? Zijn er niet meer zaken die hieraan ten grondslag liggenn zoals ongelijke kansen, angst, onveiligheid en werkloosheid? Marco Diekstra: “Als de oorzaak niet volledig helder is, dan lopen we het risico dat de oplossing niet het juiste is”.

Ook wordt iedereen geacht de wet te kennen. Waarom is dan een bordje nodig met de tekst van artikel 1 erop nodig?  “En waarom alleen artikel 1?”, vraagt Diekstra zich af. ” Dit is wat de VVD betreft niet een artikel die we moeten verheffen tot superartikel. Alle 142 artikelen van de grondwet zijn belangrijk. Er mag geen volgorde zijn van belangrijke en minder belangrijke artikelen”.

De burgemeester concludeerde het juist. Er is een brede discussie nodig en alleen dan kunnen we als raad bepalen wat we hieraan kunnen doen. Daarmee werd de motie terug getrokken.